zaterdag 22 september 2012

Discussies over de kieswet

Vorige week verkiezingen in Nederland, deze week stond mijn werk in het teken van ‘Elections Law Reform in Post-Conflict Countries’. Ons vierde politieke seminar was aan dit onderwerp gewijd. Het is een veel voorkomende ontwikkeling in landen die jarenlang geteisterd zijn door dictaturen en burgeroorlogen. Na die tijd van ellende komen er verkiezingen: nieuwe partijen schieten als paddestoelen uit de grond, er wordt een kieswet ingevoerd die eerlijke en vrije verkiezingen moet garanderen, internationale hulptroepen worden ingevlogen en op de grote dag zelf worden zoveel mogelijk stembureaus bevolkt door lokale en international waarnemers. De verliezende partijen accepteren de door de Nationale Kies Raad vastgestelde uitslag vaak niet en spreken van fraude en partijdige Kiesraden.

President Ellen Johnson-Sirleaf
Zo ging het ook in Liberia. In 2005 vonden de eerste parlements- en presidentsverkiezingen na de burgeroorlog plaats, respectievelijk gewonnen door de  Unity Party (UP) en Ellen Johnson Sirleaf. De verliezende Congress for Democratic Change (CDC) van voormalig stervoetballer George Weah verloor, en legde zich mokkend bij de uitslag neer. Bij de verkiezingen in 2011 herhaalde zich dit patroon, zij het dat bij de presidentsverkiezingen de CDC-kandidaat weigerde de 2de ronde van de presidentverkiezingen in te gaan. De CDC beschuldigde UP-kandidaat Johnson Sirleaf van fraude, zodat de latere Nobelprijswinnares de tweede ronde zonder tegenstander inging en zo makkelijk haar tweede ambtstermijn veroverde. Er waren demonstraties en rellen, waarbij doden vielen.
Sinds die verkiezingen, nu een krap jaar geleden, is de discussie over de kieswet losgebarsten. Internationale organisaties als het Carter Centre en de Europese Unie hebben lijvige rapporten uitgebracht met aanbevelingen voor aanpassingen van de kieswet.
De National Elections Commission (NEC) organiseerde de afgelopen maanden hoorzittingen in het hele land om de meningen te peilen. In januari worden de bevindingen aan het parlement gepresenteerd, waarna het aan volksvertegenwoordiging is om met wetswijzigingen te komen. Want zo werkt het hier: het is niet de regering, maar het parlement zelf dat het initiatief voor wetsvoorstellen moet nemen.

Verlengstuk van de president

En dus organiseren wij enkele activiteiten om de parlementsleden, en dan met name de leden van de betreffende commissies van Huis en Senaat, voor te bereiden op die taak. Het seminar was daarvan de eerste – en zal nog gevolgd worden door enkele scholingsbijeenkomsten.
De discussie op het seminar ging over de aanbevelingen en kritiekpunten die in de bovengenoemde rapporten en hoorzittingen naar boven waren gekomen.
Zoals vaak in landen die een burgeroorlog achter de rug hebben is er weinig vertrouwen in instituties, zoals een kiesraad. In Liberia worden de leden van de NEC, zoals elke belangrijke functionaris overigens, benoemd door de president. En daarmee is de NEC een verlengstuk van de president, zo betogen velen. Een ander punt is de klachtenprocedure; omdat de NEC die afhandelt is er weinig vertrouwen in een objectieve rechtsgang. Een ander kritiekpunt is de kiezersregistratie. Omdat er geen bevolkingsregister is –en ook geen gecentraliseerde kiezersregistratie, staan de deuren tot fraude, zoals meerdere keren stemmen op verschillende plekken, wijd open. Ook de dode zielen kunnen nog stemmen - bij volmacht. Maar naast deze min of meer technische zaken, zijn er ook andere obstakels die het democratische proces verstoren. Zo heeft het Huis een zittingstermijn van zes jaar en de Senaat maar liefst negen jaar. Dat zijn lange perioden die de parlementariërs, erg goed betaald, op het pluche kunnen plakken, zonder zich druk te hoeven maken om herverkiezing, transparantie en verantwoording afleggen. Ander punt dat een steen des aanstoots is: krachtens de grondwet mogen alleen Liberianen stemmen die tot het ‘negroïde ras’ behoren.
Het sterk personalistische karakter van de Liberiaanse politiek is voor velen een andere zorg. Parlementsleden wisselen makkelijk van partij, als hen dat zo uitkomt. Politieke partijen zijn slecht georganiseerd, hebben nauwelijks geld en een schrale programmatische of ideologische basis. Verkiezingen draaien dan ook vooral om personen, macht en geld – en nauwelijks om ideeën voor een betere toekomst. Een onlangs door het Huis aanvaarde wet om politieke partijen te financieren ligt stevig onder vuur, omdat velen het vooral zien als een zakkenvuller voor politici.

Luisteren (en kijken) via Skype naar Olufunto Akinduro
Over al deze onderwerpen werd levendig gediscussieerd op het seminar. De aftrap werd verzorgd, via een skype-verbinding met Johannesburg, door Olufunto Akinduro, een Afrikaanse verkiezingsexpert van het Electoral Institute for Sustainable Democracy in Africa (EISA). Zij gaf aan de hand van veel Afrikaanse voorbeelden –en een analyse van de Liberiaanse kieswetgeving – aan hoe de kieswet veranderd zou kunnen worden om bij te dragen aan vrije en eerlijke verkiezingen. Zoals het depolitiseren van de NEC door onafhankelijke mensen van onbesproken gedrag te benoemen. Politieke partijen subsidiëren? OK, maar dan niet de verkiezingskassen, maar alleen die scholingsactiviteiten die van partijen democratische ledenorganisaties maken, die het politieke debat inhoud geven. En zo passeerden een aantal aanbevelingen de revue, met daarbij als belangrijke, onderliggende notie dat alleen wetten veranderen onvoldoende is. Het is het –integere- gedrag van politici –en andere gezagsdragers- dat mede moet leiden tot een situatie, waarin er voldoende vertrouwen is in de werking van de democratie.