zaterdag 10 november 2012

Een coöperatie aan het moeras?

Deze week wordt deze blog verzorgd door Jacq, mijn vrouw, die mij een paar maanden gezelschap houdt.

Er is een openbare bibliotheek in Monrovia! Na veel zoeken en vragen vond ik het en ben ik er lid van geworden. Tot verbazing van bijna iedereen die ik spreek. Want niemand wist, ook de Liberianen niet, het bestaan er van. Een ruimte van 5 bij 6 meter. Het is gratis en als je een boek leent hoef je het pas terug te brengen als je het uit hebt. Oude boeken over allerlei onderwerpen, maar ook een plankje met Liberiaanse auteurs.

 

En daar vond ik dan eindelijk ‘The House at Sugar Beach’, het verslag van haar jeugd van Helene Cooper. Een prachtig boek, waarin ze verhaalt van haar jeugd in een welgestelde familie, die rechtstreeks afstamt van de bevrijde slaven die in het begin van de 19de eeuw terugkeerden uit de Verenigde Staten en Liberia stichtten. De tragiek van de geschiedenis van Liberia is dat deze Amerikaanse Liberianen een elite vormden die de autochtone Liberianen als tweede rangs burgers behandelden. In 1980 leidde dat tot een staatsgreep van een kleine groep militairen, die de toenmalige president Tolbert, en een aantal andere Amerikaans-Liberiaanse notabelen vermoordden.

Helene Cooper
 Helene Cooper beschrijft op ontroerende wijze haar tienerjeugd in de jaren ’70 met een scherp blik voor deze schrijnende tweedeling. In 1973 laat haar vader een groot, wit huis met 22 kamers bouwen aan Sugar Beach, zo’n 15 km buiten Monrovia. Helen, dan zeven jaar oud, vindt het verschrikkelijk om het levendige Monrovia te moeten verlaten voor een afgelegen huis aan het strand, vol weelde en bediendes. In 1980 wordt dit leven drastisch verstoord als de militaire coup plaats vindt. Enkele van haar familieleden, die hoge functies in het regeringsapparaat bekleedden, worden vermoord en zij weet met haar familie na korte tijd naar Amerika te vluchten. In Amerika gaat ze studeren en wordt een bekend journalist voor de Wall Street Journal en de New York Times. Ze is oorlogsverslaggever in Irak en als ze in 2003 een bijna-dood ervaring heeft besluit ze naar Liberia terug te keren om haar eigen geschiedenis onder ogen te zien en daar dit boek over te schrijven.

De foto uit het boek: de zijkant van het huis
Zondag gingen we op zoek naar het huis. Zou het nog bestaan, zo vroegen wij ons af.
Altijd een leuke en spannende bezigheid: speuren naar de plekken waar een lievelingsboek over verhaalt. Zo gingen we ooit op zoek naar het fictieve huis van Wuthering Heights, waar Emily Brönte haar boek op baseerde. Zochten in de straten van Ferrara naar de restanten uit Het verhaal van Ferrara van Giorgio Bassani, zochten in Triëst naar de cafés waar James Joyce afsprak met Italo Svevo en het café in Lissabon waar Pessoa menig café expresso dronk.
We hadden het boek bij ons, omdat er ook foto’s in staan, waaronder een heel duidelijke van het huis. Volgens het boek was het huis 11 mijl vanuit de stad. Maar niet duidelijk was vanaf waar. Sugar Beach, zou het strand echt zo heten? Sommige stukken strand hebben een naam en worden met een bordje vanaf de weg aangegeven. Als we in de buurt waren, keken we of we een aanwijzing zagen. Niets te zien. Ook op kaarten of internet was niets te vinden. We vroegen het aan collega’s en kennissen, maar niemand wist waar Sugar Beach lag. 


Dan maar echt op zoek. Rijden, kijken op de kilometerteller, vragen aan mensen langs de weg. Ze weten het niet. Dan maar vragen aan een taxichauffeur. Die plukt een jongen uit een groepje, die het weet en aan hem uitlegt. We zijn veel te ver, we rijden terug, achter de taxi aan. Verderop een zijweg in, hij vraagt het weer. Verkeerd. Terug, en dan een onverharde weg op naar het strand en daar zien we een ruïne. Dat zou het huis kunnen zijn. Er zijn mensen aan het werk. We zien op de muur geschreven staan dat het terrein verboden is en in bezit is van de Cooper familie. Dit was dus ooit dat fraaie, witte, rechthoekige huis, enigszins gebouwd in de stijl van de beroemde Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright.

De timmerman maakt een tafel voor het toekomstige hotel.
We vragen aan de werklui of we de ruïne mogen bekijken. Ze verwijzen ons naar de Indiase eigenaar, die op het perceel er naast aan het werk is. Er komt hier een resort en het huis wordt gerenoveerd om rooms te verhuren, zo vertelt hij ons. En natuurlijk mogen we rondkijken .
De buren, de werklui, de Indiase eigenaar en zijn neven: allemaal willen ze het boek zien en de foto bekijken. En horen waar dat boek over gaat.
Hoe kunnen ze dat boek lezen? Hoe komen wij eraan? De bibliotheek? Ja, daar kan je gratis lid van worden. Er is maar één exemplaar, dit, en we laten de foto zien.. 


We kijken uitgebreid rond en lopen naar boven, waar ooit de slaapkamer van Helene Cooper was, maar waar ze nooit sliep. Ze was zo bang voor kwade geesten, dat ze altijd met haar twee zussen samen in een van hun kamer sliep.
Waarom zou ze het zelf niet gekocht hebben? Ze beschrijft op het einde van het boek dat ze terug gaat met haar zus, ook naar de kelder, waar haar moeder in 1980, vlak na de staatsgreep, door soldaten verkracht werd terwijl zij boven doodsangst uitstonden. Eigenlijk wilde de soldaten die jonge meiden te pakken nemen, maar hun moeder offerde zich op. Het huis kwam in handen van de militaire machthebbers die er regelmatig tegenstanders fusilleerden. Na de oorlog werden er verminkte lijken opgegraven.
Misschien wil ze er daarom niets meer mee van doen hebben. De idylle van haar jeugd is wreed verstoord door de gebeurtenissen van erna.


Als we later de Indiase eigenaar spreken, en vraag of hij het huis in de oorspronkelijke staat gaat renoveren, wil hij niets weten van enig contact met de schrijfster. Zij heeft wellicht nog bouwtekeningen van haar vader, suggereren wij. Hij wil het boek graag zien, maar geen contact.
Ach, hoe zal dit huis in zijn bezit zijn gekomen? Zoals met heel veel land in Liberia, is het na de oorlog een gecompliceerde kwestie. Veel land is op illegale wijze in bezit genomen en tot op de dag van vandaag vinden er talloze land disputes plaats. En als je verder terug kijkt, en Helene Coopers boek leest, dan wordt duidelijk dat met de komst van de Amerikaanse, vrijgemaakte slaven het landjepik is begonnen. Ze hebben met geweld bezit genomen van het land, dat eeuwenlang in handen was van de oorspronkelijke bewoners. Niets nieuws onder de tropenzon.