zondag 28 april 2013

Het nieuwe volkslied: WILLEM NIET


Willem-Alexander van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
het gepeupel getrouwe,
zolang het mij vergoedt
een zeer riant salaris
ben ik, vrij onverveerd.
Den junta van Videla
heb ik altijd geëerd.

In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht.
Mijn opa heb ik vergeven,
om Lockheeds geld dat hij bracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument.
Andere vrouwen zal ik niet begeren
Zolang Maxima mij verwent

Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
ik zal u nu niet verlaten,
mijn privileges zijn mij veel waard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
opdat het volk mij zal geven,
wat ik zelf niet vermag.

Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
de scriptie van mijn eind examen
heb ik u nooit getoond.
Alex van Buren heeft gereden
in Friesland den grote tocht,
van de elf steden
heeft hij er zes schaatsend bezocht.

Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
ben ik nu uitverkoren,
tot een belangrijk man.
Ik word alom geprezen,
ofschoon niemand mij echt kent,
en tot koning aangewezen
in plaats van een gekozen president.
.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zou ik willen bouwen,
Maar zeker weten doe ik dat niet meer.
Mijn dierbare vader zag ik langzaam verstijven,
in het harnas van de monarchie.
Hij kon dat spook niet verdrijven,
het werd een allergie.

Nu al die politici mij bezwaren
en mijn volgers zijn,
zitten ze mij aan te staren
als het spreekwoordelijke konijn.
Ik weet dat de meesten het spelen
uit angst voor electoraal verlies
terwijl het volk het weinig kan schelen
als ik voor een ander leven kies.

Ik zou kunnen vluchten
Mozambique is geen alternatief,
Argentinië heeft mooie luchten
En aangenaam familiegerief.
Maar mijn moeder zal mij niet vergeven,
Nu zij verlost is uit de nood,
Een koninkrijk gegeven
achtervolgt je tot de dood.

En daarom zal ik het  zuur ontvangen
al is het volgens velen nog zo zoet,
om daarna heftig te verlangen
naar het verzachten van mijn gemoed.
Ik zal de regering verlaten,
nu de formatie mij is ontglipt.
Evenals de Raad van State
zoals Donner mij heeft getipt.

Treur niet, heb geen erbarmen
in mijnen wederspoed.
Het landsbestuur zal niet verarmen
daarvoor ken ik het te goed.
Na mij zal Amalia vrij zijn
te kiezen zoals ze wil leven
om zo Nederland op termijn
een volwassen democratie te geven.


zondag 21 april 2013

Kennis, praktijk en macht moeten parlement bij de les houden

Deze week was de officiële start van ons nieuwe, drie-jarig programma dat de relatie tussen actie- en belangengroepen (kortweg CSO’s:  Civil Society Organisations) en het parlement wil versterken. CSO’s moeten leren hoe ze beter kunnen opkomen voor de zaak waar ze voor staan. Een duidelijke missie, een heldere boodschap, een realistische strategie, lobbyen, goed gebruik maken van eigen (sociale) media, maar ook van kranten, radiostations  en de mobiele telefoon. En goed begrijpen hoe het parlement werkt,  wat precies die drie beroemde rollen inhouden (maken van wetten, regering controleren en volksvertegenwoordiging), hoe een wet tot stand komt, wat commissies uitspoken enz.
En aan de andere kant moeten het parlement, cq de individuele ‘lawmakers’, begrijpen dat ze baat hebben bij een goede band met CSO’s. Ze kunnen gebruik maken van hun expertise, hun mobilisatiekracht en hun kennis van de realiteit ‘on the ground’. En bovenal moeten ze begrijpen dat een vitale democratie niet zonder een actieve inbreng van de bevolking kan bestaan. Dat een parlement, opgesloten in een vierkante kilometer en alleen met zich zelf bezig, van de samenleving vervreemdt.
Dáár gaat het over. En dus bestaat ons nieuwe programma uit een groot aantal activiteiten om CSO’s beter hun werk te laten doen en mét parlementariërs nieuwe werkwijzen te ontwikkelen waarin CSO’s een rol kunnen spelen.

De workshop aan het werk
Een rappende Q&A

Afgelopen woensdag was de officiële ondertekening van het contract tussen Sida (Swedish International Development Agency, dat de ontwikkelingshulp ‘doet’ voor de Zweedse regering) en NDI. Het was de start van een driedaagse workshop, de eerste activiteit in ons programma. Onze country director en een vertegenwoordigster van de Zweedse Ambassade hielden een speech over het belang van een actieve civil society en tekenden voor drie jaar onder het toeziend oog van vijftig deelnemers aan de workshop. We hadden ook de deputy speaker van het Huis van Afgevaardigden uitgenodigd, Hans Barchue. Een speciale man. Als hij begint te praten kun je zijn eentonige zinnen nauwelijks verstaan en dreigen je gedachten al snel naar aangenamere oorden te zweven. Maar dan, na een minuut of twee, slaat bij hem de vlam in de pan. Hij loopt tussen de deelnemers rond en in een soort rap van vraag en antwoord weet hij ineens alle goede snaren te raken. De twee zorgvuldig voorbereide en van papier gelezen speeches van beide anderen verbleken daarbij razendsnel.

‘Train the trainers’

Na de koffie en gebak kon de workshop van start gaan. De deelnemers waren vertegenwoordigers van CSO’s uit het hele land. Natuurlijk is vijftig maar een beperkt aantal als je weet dat er onlangs ruim 1400 CSO’s zijn geturfd. Maar ons programma heeft ook een duidelijk ‘train the trainers’ component. De twaalf sessies waar de driedaagse workshop uit bestond, waren zo opgezet, dat de aanwezigen in staat zijn om een aantal van die sessies, al naar gelang hun behoefte, te houden in eigen stad of dorp. Het materiaal dat wij gebruiken is voor hen beschikbaar, evenals onze adviezen en ondersteuning.

Presentatie van een deelsessie
We hadden een afwisselend programma in elkaar gesleuteld met leerzame en leuke video’s, deel sessies, een quiz, een bezoek aan het parlementsgebouw, een interview met twee voormalige parlementariërs/CSO-activisten en presentaties van en door twee goed functionerende CSO’s over hun werkwijze en activiteiten.  Met de sessies beoogden we de basiskennis van de deelnemers over het functioneren van het parlement te vergroten én hen te laten ontdekken hoe zij als activisten een relatie kunnen opbouwen met parlementariërs, hen kunnen adviseren en aansporen, hen kunnen bewerken en controleren.

You Tube

Zelf nam ik twee sessies voor mijn rekening. Eén over de drie rollen van het parlement en een ander over de ‘ten do’s and don’ts’ voor CSO’s. In deze sessies, en ook in drie andere hadden we video’s van You Tube geplukt, een voor Liberianen tamelijk onbekende werkwijze die zeer goed bleek te werken. Zoals een video van een discussie op de Nigeriaanse TV over het nut van CSO’s, een goed te volgen webdiscussie tussen professoren en een student over de controle rol van het parlement, en een interview van Al Jazeera met de Liberiaansepresident Ellen Jonhnson Sirleaf over ‘water and sanitation’.
Toen ik deze video’s plande had ik dat nog niet eens in de gaten, maar de gemiddelde Liberiaan, en ook de deelnemers, zien bijna nooit hun president spreken, of een discussieprogramma. De meesten hebben geen TV (laat staan internet), en áls ze TV hebben wordt die gevuld door een Zuid-Afrikaanse provider die heel veel films, sport en internationaal nieuws (BBC, CNN, Al Jazeera, Sky) uitzendt, maar nul komma nul Liberiaanse programma’s. (Via de antenne is wel de Liberiaanse Staats-TV te ontvangen, maar ik heb nog noooit iemand ontmoet die daar naar kijkt.)
Voor de ‘do’s and don’ts’ had ik grappige, korte video’s uitgekozen, zoals tien manieren om een leugenaar te ontmaskeren (Be Honest!) en een hilarische, onbegrijpelijke introductie door een ICT-expert van een of ander apparaat (Don’t use jargon!).

Onovertroffen

Ik heb in mijn leven al heel wat ‘workshops’ mogen organiseren en leiden, maar deze driedaagse workshop was onovertroffen wat de motivatie en leergierigheid van de deelnemers betreft. Elke sessie moest met licht verbaal geweld gestopt worden, want de vragen en opmerkingen bleven komen.  Ook om half zes aan het eind van de dag. En stipt om 9 uur ‘s morgens konden we beginnen. Een unieke ervaring.
Na afloop kregen de deelnemers in een map alle gebruikte powerpoint-presentaties en achtergrond documentatie mee. En –tot grote hilariteit- een groepsfoto voor het parlementsgebouw. Sommigen vroegen om de video’s als scholingsmateriaal en velen verzekerden ons workshops in hun eigen omgeving te organiseren. Ik hoop dat deze eerste klap een daalder waard is.


zondag 14 april 2013

De storm die nooit kwam

Het was een rustige week. De stilte voor een grote storm (zie mijn weblog van vorige week). Een storm die nooit kwam. De grote aangekondigde demonstratie tegen het regeringsbeleid, waar kranten weken over berichtten, en waarbij het woord ‘staatsgreep’ regelmatig viel, werd afgelast. De organisatoren voerden deze week eerst een gesprek met de vice-president en daarna met president Ellen Johnson Sirleaf. Waarom de demonstratie door de organisatoren werd afgelast is niet duidelijk. Het inwilligen van hun belangrijkste eis (aftreden van de president) kan het niet zijn, want ze zit nog steeds in het zadel. Of er geld onder de tafel is geschoven, een bericht dat verleden week werd verspreid, is (uiteraard) niet bevestigd. Noch ontkend overigens.
Maar het geruchtenrijke medialandschap neemt daar geen genoegen mee. Donderdag berichtte de Heritage (motto: the truth is our guide) dat de krant in het bezit is van een ‘classified security report’. In dit rapport zou staan dat de demonstratie een dekmantel was voor oud-strijders van de Movement for Democracy in Liberia. MODEL was een rebellengroep uit Grand Gedeh, een county dat tegen de grens met Ivoorkust ligt. MODEL was actief in de burgeroorlog en streed tegen Charles Taylor. Zij behoren tot de Krahnstam, waar ook de in 1990 vermoorde president Samuel Doe toe behoorde. Doe kwam in 1980 als eerste –en tot nu toe enige-  inheemse president via een staatsgreep aan de macht. Veel leden van de Afro-Amerikaanse elite werden toen vermoord. En, nu komt het, de oud-strijders zouden met lede ogen aanzien hoe president Ellen Johnson Sirleaf de ‘zonen en dochters’ van deze elite op belangrijke posities benoemt. Het rapport schrijft voorts, nog steeds aldus de Heritage, dat de Krahn-gemeenschap, zowel in Liberie als in de Verenigde Staten vierhonderd oud-strijders financiert. Tijdens de demonstratie zouden tweehonderd van hen met granaten de gevangenis in Monrovia bestormen, om gevangenen te bevrijden, waaronder veel Krahns.

Masker van de Krahn
In hetzelfde artikel legt de krant deze informatie voor aan politici en bestuurders uit Grand Gedeh. De een noemt het rapport ‘onverantwoordelijk’, de ander spreekt van ‘een berekende leugen’. Zij beklemtonen in koor dat niemand uit Grand Gedeh hier aan mee zou doen want ‘violence no longer has room in the Liberian society’.
Afgelopen vrijdag, op Pray and Faster Day, bleek dat in ieder geval waar te zijn. Er was veel politie op de been bij strategische punten in de hoofdstad Monrovia, maar er gebeurde niets. Een Liberiaanse collega vertelde me dat hij vrijdagmorgen de woordvoerder van de demonstratie met zijn vriendin vredig zag kuieren op Broad Street, de mooiste, met groene midddenberm uitgeruste straat in het centrum. De geschiedenis zal moeten uitwijzen wat de ware aard was van deze gebeurtenis die nooit plaatsvond: een klucht, een drama of een innovatieve methode om geld te verdienen.

zondag 7 april 2013

Het Oproer Kraait


Ik heb twaalf Liberiaanse vrijdag kranten voor me liggen (op zaterdag verschijnen er geen kranten). En dat zijn nog niet eens alle dagbladen in een land van 4 miljoen mensen, waarvan 40%  boven de 15 jaar analfabeet is. De kranten schreeuwen het uit ‘Rattan’ awaits demonstrators’, ‘Potentially Explosive’ , ‘Boiling point’, ‘Military Ready for Demonstrators’, ‘Chaos, Terror Loom Over Monrovia’. Wat is er aan de hand? Op vrijdag 12 april is een demonstratie aangekondigd tegen het regeringsbeleid. De demonstratie wordt georganiseerd door…, tsja door wie eigenlijk? Dat was lang een van de vele raadsels van dit land, dat een lange geschiedenis kent van tribale ’secret societies’. Geheime netwerken in stamverband, waarin sociale controle, initiatierituelen en zwarte magie samenkwamen om eigen identiteit en posities te beschermen en tegenstanders uit te schakelen.

Kop uit FrontPage
Zo’n sfeer van samenzwering en verdachtmaking beheerst regelmatig het openbare leven, maar nu is het wel heel sterk aanwezig  rond de aangekondigde demonstratie van 12 april. Wie de demo organiseert was lange tijd volstrekt onduidelijk. Kranten spraken van een coalitie van actie- en belangengroepen, maar personen en rugnummers werden niet genoemd. Alleen de naam deed de ronde: ‘Coalition for the transformation of Liberia’. Er gingen geruchten dat de zwaar onderbetaalde politieagenten mee zouden demonstreren. Woordvoerders leken er niet te zijn, evenmin als pamfletten, affiches of andere oproepen. Facebook en twitter zijn hier nauwelijks doorgedrongen, dus ook de sociale media spelen geen rol. Wellicht dat de alom aanwezige mobiele telefoon het organiserende middel is.

Beschuldigingen en leugens

Dus werden er beschuldigingen over en weer geuit. Aanvankelijk werd algemeen aangenomen dat de grootste oppositiepartij Congress for Democratic Change (CDC) achter de demonstratie zat. De partij is tamelijk bedreven in het organiseren van straatprotesten, wil de stem zijn van de vele honderdduizenden werkloze jongeren en heeft twee parlementariërs die niet lang geleden een wet hebben ingediend om de president tot aftreden te dwingen. Aanvankelijk koketteerde de CDC wel met de demonstratie, maar deze week liet de partij weten de demonstratie niet te ondersteunen. Uiteraard verklaarde  secretaris-generaal McGill dat de organisatoren het grondwettelijke recht hebben om een demonstratie, binnen de kaders van de wet, te organiseren. Om daar in één adem aan toe te voegen dat partijgenoten die in de demonstratie mee gaan lopen, disciplinair worden aangepakt. Tamelijk bizar dat deze militante oppositiepartij het grondwettelijke recht om te demonstreren haar eigen leden ontzegt.

Varney Sherman
Een andere beschuldiging deed ook veel stof opwaaien. In een veel beluisterd radioprogramma werd beweerd dat Varney Sherman, voorzitter van de regerende Unity Party (UP) achter de demonstratie zou zitten. De verklaring hiervoor zou zijn dat de UP er baat bij heeft meer afstand te kunnen nemen van de president, ook UP, om zo bij de volgende presidentsverkiezingen met een nieuwe kandidaat (Sherman?) toch nog kans te kunnen maken. Deze beschuldiging was blijkbaar serieus genoeg voor Sherman om een pagina grote advertentie in de krant te plaatsen, waarin hij deze leugen bestrijdt, verklaart nog nooit van zijn leven iets met een demonstratie te maken gehad te hebben, en bovendien niets met deze demonstratie heeft te winnen. (Bij dit laatste argument denk je dan meteen ‘dus als er wel wat te winnen zou zijn…?)

Stop corruptie en nepotisme

Gisteren werd de geheimzinnige anonimiteit van de organisatoren enigszins afgepeld. De ‘Daily Observer’ berichtte dat er op het Ministerie van  Justitie gesproken is met enkele organisatoren van de demonstratie. Maar Justitie wilde de eisen van de demonstratie (‘stoppen met corruptie en nepotisme’) niet inwilligen, wat voor de geciteerde woordvoerder van de demonstranten reden was te stellen dat alles gewoon doorgaat. Tekenend voor de sfeer in Liberia zijn de laatste zinnen van het artikel. Daarin wordt ‘onthuld’ dat er ‘geruchten’ zijn dat de regering de organisatoren $150.000 heeft geboden als ze van de demonstratie af zouden zien, terwijl de organisatoren een half miljoen dollar zouden eisen...
Over de reden van de demonstratie lijken alle kranten het wel eens te zijn – en die ook te onderkennen. Het falende regeringsbeleid,  de hoge werkloosheid, het slechte onderwijs, de verloren strijd tegen de armoede, de corruptie en het nepotisme. En de voortdurende dominantie van de Afro-Amerikaanse elite. Dit laatste punt wordt indirect zwaar aangezet door veel kranten. Zij verwijzen nadrukkelijk naar allerlei gebeurtenissen die in de maand april in het nabije verleden plaatsvonden.

Rijstoproer, staatsgreep, burgeroorlog

Op 14 april 1979 brak ‘het rijstoproer’ uit. Een massaal verzet tegen de enorme prijsverhoging (150%) van ingevoerd rijst, hét basisbestanddeel van de Liberiaanse maaltijd. De Afro-Amerikaanse president Tolbert wilde daarmee de binnenlandse rijstproductie stimuleren, maar het paardemiddel werd niet gewaardeerd. Deze oproer was de opmaat voor de staatsgreep die een jaar later op 12 (!!) april 1980 werd gepleegd door een groepje ‘inheemse’ militairen, waarbij velen uit de Afro-Amerikaanse elite werden vermoord, zoals president Tolbert. De alom aanwezige corruptie en het wanbestuur waren hun argumenten. De hoogste in rang, Samuel Doe, werd de eerste (en tot nu toe enige) ‘inheemse’ president van het land.

Rijstoproer 1979

Zestien jaar later,  op 6 april 1996, bereikte de burgeroorlog een ‘hoogte’punt; op die datum begon een wekenlang durend gevecht tussen de verschillende warlords, dat Monrovia wekenlang in een inferno veranderde en waarvan de sporen in iedere straat van de stad nog te zien zijn.
En nu dus, wederom op 12 april, een demonstratie, die als doel heeft ‘met een staatsgreep de regering omver te werpen’. Aldus senator Prince Johnson, die in 1990 als één van de warlords de toenmalige president Samuel Doe vermoordde.

Hoogste staat van paraatheid

Politie, leger en de vredesmacht van de Verenigde Naties zijn in de hoogste staat van paraatheid. Met veel machtsvertoon reed er gisteren, een week te vroeg,  een groot kovooi van de oproerpolitie door de stad met mitrailleurs in aanslag, hoewel er van enige onrust geen sprake was.
Het hoofd van politie sprak op een persconferentie afgelopen donderdag dreigende woorden. ‘Deze mensen willen chaos en vandalisme, zij willen ellende, eigendommen vernielen en mensen doden. Daarom willen ze zich niet identificeren.’  Met die laatste opmerkingen doelde hij op een ander raadsel rond de aangekondigde demonstratie. Er moet namelijk een vergunning worden aangevraagd en dat schijnt (nog?) niet gebeurd te zijn. Als dat niet gebeurt, is de demonstratie onwettig. De Minister van Defensie, Samukai, was ook duidelijk op dezelfde persconferentie: ‘De politie heeft onze volledige steun om de demonstranten te verwijderen en het leger heeft het wettelijke recht om de staat te verdedigen’. Als de Minister van Defensie een demonstratie betitelt als een bedreiging van de staatsveiligheid, tsja, dan kunnen er rare dingen gebeuren. Ook hij verwees naar april als een maand van geweld. Hij deed een beroep op de demonstranten om hun onvrede te bewaren tot 2017 om bij de volgende verkiezingen de huidige regering weg te stemmen.



Niet demonstreren maar bidden

Eén van de eisen van de demonstratie zou het opstappen van de (wettig en democratisch gekozen) president Ellen Johnson Sirleaf zijn. De president heeft zich tot nu toe voorzichtig opgesteld. Ze heeft gezegd dat ze het recht op vrije meningsuiting wil waarborgen en met de demonstratie op zich geen moeite heeft. In sommige kranten wordt gepleit voor een dialoog: de president zou de initiatiefnemers vòòr 12 april moeten uitnodigen voor een gesprek en een krant kopte zelfs ‘Negotiate!’.
Eén van de serieuzere kranten, FrontPage, eindigde haar commentaar met een noodkreet: ‘We have no idea what would happened on the 12th of April but (…) the cries of the people must be heard and the Sirleaf government must take note. The clock is ticking and like governments before this, the writings are on the wall.
En dan is vrijdag 12 april ook nog een vrije dag: Fast and Prayer Day. Reden voor een krant om te koppen ‘Go to church and pray for Liberia: NO DEMONSTRATION’. We zullen zien wat er vrijdag gebeurt. Bidden of demonstreren. Of geen van beide. Volgens mijn Liberiaanse college is het niet handig om op een (extra) vrije dag een demonstratie te organiseren. Ook niet in de maand waarvoor in Liberia de dichtregel van T.S. Elliot geldt: ‘April is the cruelest month’.