zondag 4 augustus 2013

Leren lezen in de vakantie

De laatste twee weken stonden vooral in het teken van de ‘Vacation School - Learning To Read’ die Jacq, mijn vrouw, organiseerde voor de leerlingen van de openbare lagere school die in het arme deel van Sinkor ligt, de wijk in Monrovia waar wij wonen. Het is een school zonder elektriciteit, zonder water en  zonder leermiddelen. De meeste kinderen komen zonder gegeten te hebben naar school, nadat ze eerst thuis allemaal huishoudelijke klusjes hebben gedaan. Vele kunnen nauwelijks lezen of schrijven, er zitten leerlingen van 15 jaar oud in groep 3. De school telt 2000 kinderen die in twee ploegen van 1000, één ’s morgens en één ’s middags, in hun bankjes zitten met een schrift en een potlood, kijken naar de juf of meester die, zeer slecht betaald, toch gemotiveerd het beste er van probeert te maken. Het enige leermiddel is een krijtje en een bord.
Zo’n school dus, waar je je in Nederland nauwelijks een voorstelling van kunt maken. Jacq had de vorige keren dat ze in Liberia was samen met het hoofd van de school (de ‘principle’) een aantal zaken proberen te verbeteren. Kinderen van gelijk niveau, ongeacht de leeftijd, bij elkaar zetten, klassen scheiden die samen in een groot lokaal zaten, werk maken van toezeggingen van de gemeente dat er verbeterde wc’s zouden komen en meer van dat soort zaken.

In de rij voor de vacation school

Leermiddelen en lunches

In juli en augustus hebben ook de kinderen in Liberia vakantie. Het begon met het aanbod van een Spaanse (Engels gevende) onderwijzeres via een Liberiaanse expats community op Google: of ze niet iets op een school kon doen. Dit zette Jacq aan het denken. Waarom geen twee weken Vacation School organiseren, waar de kinderen die slecht konden lezen hun achterstand wat konden inlopen? Alleen maar focussen op het verbeteren van lezen en schrijven. En daarbij ook een stevige Liberiaanse maaltijd onder schooltijd organiseren: rijst met een bonen/blik tomaten/groenten/vissaus? Alles met veel scherpe peper. Het hoofd van de school wilde wel, een aantal onderwijzers van de school waren bereid twee weken vakantie op te offeren. Er ging een oproep uit via de Google-groep voor meer onderwijzers, vrijwilligers, eten, leermiddelen enz. En de reacties stroomden binnen. Niet alleen van expats, maar ook van Liberianen. Zoals van vrouwen die rond de school woonden, zij wilden wel elke dag koken, onderwijzers van andere scholen meldden zich, een handel in mineraalwater bood twee weken waterzakjes aan, de (Vietnamese) eigenaar van een strandtent leverde elke dag rijst, de kantoorboekhandel gaf 40% korting op lamineerplastic, zodat alle letters duurzaam gemaakt konden worden. Een lagere (katholieke) school uit de buurt leverde een stapel boekjes met een moraal, iemand bracht 20 pakken papier, een Liberiaanse collega van mij kocht voor elk klaslokaal een aap-noot-mies affiche, er kwamen giften binnen. Uit Nederland, de VS, maar ook uit Liberia. De Spaanse onderwijzers sjouwde 30 kilo aan een Engelstalige leermethode en andere nuttige spullen zoals kleurpotloden, stiften en scharen met zich mee.



Vitaliteit en optimisme

En dan waren er natuurlijk de kinderen zelf. Maximaal tweehonderd konden zich er inschrijven en dat gebeurde ook snel. Van de voorinschrijving kwamen er meer dan honderd niet opdagen. Maar na de eerste dagen moesten veel kinderen –en hun ouders- teleurgesteld worden en dat leverde soms hartverscheurende taferelen op.
Jacq organiseerde en improviseerde in enkele weken tijd alles bij elkaar en was als een Vliegende Hollander de afgelopen twee weken druk in de weer om waar nodig bij te sturen, af te remmen of gas te geven. Ik ging vorige week met een paar (Liberiaanse) collega’s een kijkje nemen.  Sommige, die weten dat dit soort scholen nauwelijks riemen hebben om te roeien, moesten huilen. Er gonsde zo’n vitaliteit en optimisme door de gangen en klaslokalen. Kinderen die zongen, woorden en zinnen maakten met kaartjes, een boekje hadden om te lezen.  Onderwijzers die, daarbij sterk gestimuleerd door de Spaanse, ontdekten dat er methoden zijn om kinderen met behulp van kleuren, voorwerpen, liedjes en tekeningen (wat nu allemaal aanwezig was) lezen te leren. In de bibliotheek, die er tot voor kort niet was, stonden enkele rijen boeken en lag een waaier van leermiddelen op grote tafels. Op een binnenplaatsje waren vijf vrouwen in grote potten de rijst en ‘soup’ aan het koken. De boodschappenlijst bestond elke dag uit houtskool, olie, gedroogde vis, peper en dan afwisselend, potatogreen (de bladeren van de zoete aardappel), bonen, palmbutter.  De kinderen hadden hun eigen pannetje bij zich en menig kind at het niet op; het ging mee naar huis om te delen met broertjes en zusjes. Toen ik de kook-vrouwen met Jacq even gedag ging zeggen stormden ze op me af om me te feliciteren met deze geweldige vrouw.

In de rij voor de lunch

Hulp geven of eigen verantwoordelijkheid eisen?

Op de ‘Google expats groep’ ontspon zich nog een korte, heftige discussie naar aanleiding van dit initiatief. Even dreigde nl. dat er onvoldoende eten zou zijn om alle kinderen een maaltijd te geven. En werd de vraag gesteld of de kinderen nu voor het leren of voor het eten kwamen. Er ontstond een ware richtingenstrijd, die je bij elke discussie over ontwikkelingshulp ziet opduiken. Op macro niveau, maar nu ook op dit micromicro niveau. Moet je nu hulp (in dit geval eten) geven, of moet je (in dit geval) de ouders en ‘de schoolleiding’ zelf hun verantwoordelijkheid laten nemen en zeggen: zelf ook iets doen, zelf ook iets betalen, anders komt je kind de school niet in. En dan blijkt hoe zwart-wit deze discussie is, waarvan de kinderen het slachtoffer zouden kunnen worden. Want een aantal ouders en onderwijzers namen hun verantwoordelijkheid door vrijwillig aan dit project mee te werken. En een aantal andere ouders zijn werkelijk zo arm dat ze niets kunnen missen. Uiteindelijk kwam alles door een mix van eigen verantwoordelijkheid nemen en vrijgevigheid op zijn pootjes terecht. En konden de kinderen op een van de laatste dagen allemaal een brief met tekening schrijven aan hun ouders, om die trots mee naar huis te nemen. Voor de eerste keer van hun leven.
Op de laatste vrijdag kregen alle kinderen en alle medewerkers een certificaat, ook de schoonmakers van de wc’s, die elke dag slecht schoonmaakten omdat er geen handschoenen, geen zeep en geen borstel meer was. Want het geld voor dit jaar is helemaal op. Alle openbare scholen wachten op het budget voor het volgend schooljaar.
Ouders kwamen om trots hun kinderen hun certificaat in ontvangst te zien nemen. Er werd nog razendsnel op de laatste ochtend met gekookte cassave een lijm gemaakt om daarmee de hele gang vol te plakken met tekeningen van de kinderen, een ware expositie.
Brief aan mijn ouders
Drie lessen

De superintendent (een soort ambtelijke wethouder) voor het openbaar onderwijs van Monrovia kwam ook kijken. En was enthousiast. Het concept van zo’n Vacation School verdient alom navolging. Maar hij weet ook dat Jacq gelijk heeft met haar drie lessen die ze uit dit project trekt en uiterst urgent zijn: openbare voorscholen, zodat kinderen op jonge leeftijd leren lezen en schrijven, elke dag een maaltijd op school want met een lege maag kun je niet leren en ‘teach the teachers’: de onderwijzers moeten hoognodig bijgeschoold worden in effectieve leermethodes.