maandag 23 september 2013

EU stopt humanitaire hulp in Liberia

In Liberia is een ‘ambassade’ van de Europese Unie, hoewel dat woord officieel niet wordt gebruik, de EU is immers geen staat. ‘Delegatie’ is de term die op naambordjes en visitekaartjes staat. De EU heeft een fors ontwikkelingsprogramma in Liberia, dat tijdens en na de burgeroorlog voor een belangrijk deel uit humanitaire hulp bestond, gericht op voedsel, veilig water, sanitair, gezondheidszorg en vluchtelingenhulp. Naast de EU is er ook een aantal EU-lidstaten actief met ontwikkelingsprogramma’s, vooral Scandinavische landen en in mindere mate het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De EU heeft aan directe humanitaire hulp tussen 1992 en 2013 zo’n 180 miljoen euro uitgegeven. Daarnaast is er tussen 2008 en 2011 door de EU en de lidstaten zo’n 1,4 miljard euro besteed aan ontwikkelingshulp en schuldkwijtschelding.

Markt in Monrovia
Tijdens en na de burgeroorlog was die directe hulp hard nodig. Nu, tien jaar na de beëindiging van de burgeroorlog , beoordeelt de EU dat de humanitaire hulp gestopt kan worden. En dat werd deze week ‘gevierd’ met een forumdiscussie en een borrel met (veel) hapjes in de ‘Embassy Suites’, een van de chiquere hotels in Monrovia. Uit Brussel was speciaal Cees Wittebrood overgekomen, een (Nederlandse) EU- ambtenaar, die leiding geeft aan ‘ECHO’, de EU-club die verantwoordelijk is voor de directe, humanitaire hulp aan een groot aantal ontwikkelingslanden, of conflictgebieden, geeft. Hij had een heldere boodschap. Het ergste is voorbij, directe humanitaire hulp is niet meer nodig, er zijn andere gebieden in de wereld waar de ECHO-hulp wel nodig is. Hij hamerde er op dat de EU hulp zal blijven geven, maar dan gericht op scholing en versterking van instituties, waarmee de basis wordt gelegd voor duurzame ontwikkeling: Liberianen in staat stellen te werken aan hun eigen toekomst.

Intelligente oplossingen

Het klonk allemaal aannemelijk, zeker ook omdat Wittebrood sprak van ‘intelligente oplossingen’ en ‘win-win situaties’. Wie kan daar nu tegen zijn? Er waren vertegenwoordigers van hulporganisaties die vriendelijk en genuanceerd toch met een wat ander verhaal kwamen. Was de EU wel eens gaan kijken buiten de hoofdstad Monrovia, in de grensgebieden met Ivoorkust en Guinea, waar de leefomstandigheden nog erbarmelijk zijn en vluchtelingenkampen duurzamer zijn dan verwacht, maar dan zonder de positieve lading die dit begrip vaak heeft?  Niemand is tegen scholing en training van Liberiaans kader, dat vervolgens in het onderwijs, de gezondheidszorg, de volkshuisvesting,  het bedrijfsleven en de overheidsinstellingen met kennis van zaken en zonder corruptie aan de slag gaat. Maar hoe lang zal dat duren in dit land, waar scholen geen boeken hebben, de universiteit het niveau van een MAVO heeft, ministeries bevolkt worden door ambtenaren met lege bureaus en lage budgetten, en alle bedrijven van enige waarde in buitenlandse handen zijn? En hoe groot is het risico dat in die tussentijd, als die intelligente oplossingen en win-win-sitiuatie nog niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, directe, humanitaire hulp toch weer nodig blijkt? Op dat laatste had Wittebrood een geruststellend antwoord: dan komt ECHO weer terug. Vanuit de regio (Senegal, Ivoorkoust) wordt Liberia in de gaten gehouden en bovendien, de EU verdwijnt niet, integendeel die gaat juist versterkt inzetten op capaciteitsversterking en ‘good governance’.

Herinnering aan de burgeroorlog in Buchanan

In de modder

Dat laatste is wat ik met mijn werk voor NDI ook probeer. Maar het mooie is dat wij in ons huidige programma beide ‘niveaus’ met elkaar proberen te verbinden. Wij werken nauw samen met drie coalities van burgergroepen die ‘in de modder’ staan. Eén probeert  mensen in dorpen en grensgebieden te activeren om op te komen voor schoon water, sanitair en hygiëne. De tweede groep bestaat uit activisten die meer grip willen krijgen op het overheidsbeleid aangaande de vele natuurlijke hulpbronnen die Liberia bezit. En de derde is een actieve vrouwengroep in het achtergebleven zuidoosten van het land, die huiselijk geweld bestrijdt en vrouwen in zo’n honderd dorpen schoolt om voor hun eigen rechten op te komen. Deze drie coalities van groepen trainen we de komende drie jaar in allerhande vaardigheden die je nodig hebt om als belangengroep beter voor je zaak op te komen. Hoe vergroot je je expertise, hoe  genereer je meer steun voor wat je wilt, hoe kun je de media gebruiken, hoe kun je het parlement effectief beïnvloeden enz. En we brengen ze in contact met parlementariërs, laten zien hoe een publieke hoorzitting werkt en welke manieren er zoal zijn om succesvol te lobbyen.

Inmiddels hebben we drie driedaags workshops met onze partners achter de rug. Vele zullen er nog volgen, in Monrovia, maar ook ‘up country’.  Tegelijkertijd gaan zij met hun actieve leden aan de slag om méér mensen aan te spreken, actief te maken, kennis van zaken bij te brengen en bewust te maken van de veranderingen die noodzakelijk zijn. Veranderingen waar ‘de politiek’ op aangesproken moet worden. Dat is in Liberia niet anders dan elders in deze wereld.  


Geen opmerkingen: