zaterdag 30 maart 2013

Werkt ontwikkelingssamenwerking?

Onenigheid tussen VVD en PvdA  over de besteding van de ontwikkelingshulp, zo lees ik in mijn digitale krant. De VVD wil dat het ten goede komt aan het Nederlandse bedrijfsleven (origineel, nieuw standpunt!) en de PvdA-minister Ploumen dat het wordt ingezet om micro-kredieten te financieren. Dus leningen aan de lokale middenstand, ambachtslui en kleine boeren. Kortom, de ruggengraat van de samenleving, zoals VVD’ers deze sector vaak met graagte betitelen. Bijvoorbeeld kampioen commissariaten verzamelaar, senator en voorzitter van de brancheorganisatie, Loek Hermans. Maar nu even niet.

Wellicht een particulier initiatief?
Liberia krijgt geen cent van de Nederlandse ontwikkelingsgelden. Dat werd nog eens bevestigd door de Nederlandse ambassadeur (standplaats Accra, Ghana) die vorige week zijn geloofsbrieven kwam overhandigen aan president Sirleaf Johnson. Ter ere van zijn komst naar Monrovia was er een borrel bij een Nederlands echtpaar thuis. Zij hadden alle bij hen bekende Nederlanders uitgenodigd, dus zo’n 25 landgenoten hadden een gezellige avond met drankjes en hapjes en een verhaal van de ambassadeur dat overal ambassades vanwege bezuinigingen worden opgedoekt en zijn ambassade nu een gebied moet bestrijken tussen Mauritanië en Yemen. Zo’n 20 landen, half Afrika-onder de Sahara. En dat zijn ambassade een veredeld paspoort- en visumuitgifte bureau wordt. Geen budget voor nuttige projecten.

Hagelslag en Heineken

Liberia krijgt dus geen Nederlandse stuiver. Is dat erg voor het Nederlandse bedrijfsleven? De schappen van de supermarkten liggen vol met Nederlandse producten, van augurken tot schoonmaakmiddelen en van hagelslag tot pils. Heineken heeft van Afrika een speerpunt gemaakt. Op strategische plekken, zoals langs de weg tussen Monrovia en het vliegveld, worden kleine café’s helgroen geschilderd en voorzien van een enorm Heineken logo. De BAM werkt in de haven en in de landbouwsector proberen Nederlandse kunstmestfabrieken hun waar te slijten. Maar heeft dat iets met ‘ontwikkelingshulp’ te maken? Waarom zou je een Heineken pils moeten kopen, terwijl het lokaal/regionaal geproduceerde Club-bier hetzelfde smaakt en goedkoper is?


De ‘open deur’ politiek die nu al decennia lang het economische beleid van Liberia bepaalt, heeft er voor gezorgd dat buitenlandse bedrijven, met luchtige belastingfaciliteiten, goedkope langlopende contracten en slecht betaalde, ongeschoolde arbeidskrachten  hier grondstoffen kunnen weghalen en hun eindproducten kunnen verkopen. Die ‘open deur’ politiek is ingegeven door het korte-termijn-denken van de overheid, die op deze manier snel geld incasseert via de langlopende contracten. En geld dat onder tafel wordt geschoven naar een corrupte elite.  Het gevolg is dat er nauwelijks een economische activiteit van enige omvang bestaat tussen grondstof en eindproduct.  Het vruchtbare land is zo rijk aan natural resources, onder en boven de grond, maar heeft zich laten ringeloren door de coalitie van kortzichtige politici en hebzuchtige, westerse bedrijven en nagelaten een sociaal-economische infrastructuur op te bouwen.

South2North in the Cafe

Gisteravond was er een uur lang een discussie op Al Jazeera over het nut van internationale (ontwikkelings)samenwerking in Afrika. Dat is weer even iets anders dan de Cyprus-crisis die de Europese media domineert. De uitzending kwam vanuit Zuid-Afrika, waar deze week de presidenten van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) bijeen waren om hun samenwerking verder vorm en inhoud te geven. Vijf snel groeiende economieën, die de –overigens eroderende- dominantie van de VS op het wereldtoneel zat zijn. Die uit welbegrepen eigen belang op allerlei vlakken willen samenwerken, zonder bemoeienis met de –vaak deplorabele- staat waarin de mensenrechten zich in hun land bevinden.
In het programma (South2North) betoogden drie experts (Stuenkel van de Indiase Nehru-universiteit, de Zuid-Afrikaan Moeletsi Mbeki, criticaster van autoritaire en corrupte Afrikaanse regimes en Joanna Kerr van Action Aid) dat goed bestuur een noodzakelijke voorwaarde is voor een rechtvaardige ontwikkeling in Afrika. De economische potenties zijn volop aanwezig, maar door corruptie, een zwak juridisch system en  gebrekkige mensenrechten, komen die economische potenties in grote mate ten goede aan een elitaire bovenlaag en het westerse bedrijfsleven.


Enkele uren daarna (het werd een latertje gisteravond) was er op hetzelfde Al Jazeera een uur lang ‘The Cafe', zeg maar een soort Buitenhof, maar dan honderd keer beter. Plek van uitzending deze keer: een café in Mexico City. Een politicus, een oud burgemeester van de stad, een studentenleidster, een journalist en een boer wiens familie door drugsbaronnen was vermoord, discussieerden over de ‘war on drugs’ in Mexico, de wetteloosheid, de macht van de grote bedrijven en de economische groei die het land doormaakt, maar die de sociale ongelijkheid tegelijkertijd enorm vergroot. Duizenden kilometers verwijderd van Zuid-Afrika kwamen ze tot dezelfde conclusie. De macht van bedrijven aan banden, een bezem door de politieke elite, een juridisch systeem dat zonder aanzien des persoons werkt, en –specifiek voor de Mexicaanse situatie- legalisering van drugs. In beide uitzendingen werd de hoop-en verwachting- uitgesproken dat de nieuwe generatie jongeren en de kracht van de sociale media de weg bereiden voor een breder maatschappelijk verzet tegen ongebreidelde economische macht, corrupt bestuur, juridische willekeur en foute politici. In deze context is de Nederlandse discussie over ontwikkelingssamenwerking tamelijk onbeholpen.

Nelson Mandela Day

Soms komen dingen verrassend bij elkaar. Ik heb net de TV Sunderland-Manchester United aangezet. Sinds Robin van Persie daar speelt volg ik Manchester; Van Persie is overigens met voorsprong de bekendste Nederlander in Liberia. (Hij maakt nu 1-0 in de 26ste minuut, mooie actie, beetje geluk.)  Sunderland heeft als shirt’reclame’ ‘invest in Africa’.


Een blik op de website van de club leert dat het vandaag Nelson Mandela Day in het stadion is.
‘Sunderland AFC will be a Legacy Advocate for the Nelson Mandela Foundation, a not-for-profit organisation established in 1999 to support the former South African Presidents’ ongoing engagement in promoting his legacy of social justice outside the purely political arena following his retirement.
Sunderland’s players will sport one-off t-shirts for the pre-game warm up on Saturday, bearing the foundation’s logo and a special ‘text to donate’ message in support of the foundation. Both teams will take to the field through a guard of honour of youngsters also sporting Nelson Mandela Foundation t-shirts, along with eleven specially chosen mascots. A flag bearing the foundations’ logo will also be displayed pitchside.
African musicians, the Abatimbo Drummers of Burundi, will entertain fans before the game and again at half-time showcasing the unique musical sound of Africa.’
Mooi toch?

zondag 24 maart 2013

Voetbal en politiek


Het in steen gebeiteld naambord laat er geen twijfel over bestaan: RESIDENCE OF Mr GEORGE OPPONG WEAH. Een groot huis aan het strand met een klein voetbaldveld in de achtertuin. Ik heb hem er nog nooit gezien. Hij schijnt enkele andere huizen te hebben, zowel in Liberia als elders. In en rond zijn huis zijn er altijd mensen en op het voetbalveldje worden regelmatig echte wedstrijden gespeeld. Dat wil zeggen: teams in een tenue en een fluitende scheidsrechter.  Ik woon er schuin tegenover. Reuze handig, want als ik iemand moet vertellen hoe mijn flat is te vinden is ‘opposite George Weah’s residence’ voldoende.



Peace Ambassador

George Weah, de voormalige Liberiaanse stervoetballer, blijft een fenomeen in Liberia. ‘Standing Bearer’ van de Congress for Democratic Change (CDC), de grootste oppositiepartij van het land, verslagen presidentskandidaat in 2005, korte tijd senator, onlangs benoemd tot Peace Ambassador door president Ellen Johnson Sirleaf en naar verluid volgend jaar kandidaat bij de senaatsverkiezingen als een opwarmer voor een tweede gooi  in 2017 naar het presidentschap. Is Cruyff in Nederland alleen in het nieuws als het om Ajax gaat –en dat lijkt gelukkig voorbij- , Weah is elke dag in het nieuws. Als zijn moeder overlijdt, wat een paar weken geleden gebeurde, staat het groot in de krant. Als een parlementslid een forse aanval op hem doet vanwege de combinatie van Peace Ambassador en CDC-man, pikken de kranten dat gretig op. 

King George, true son of the land
Maar ook op voetbalgebied laat hij zich horen. Als het slecht gaat met het nationale elftal, dat steevast in de kelder van het international voetbal verblijft, en er gaat weer eens een commissie aan het werk, is Weah nooit te beroerd een gevraagd dan wel ongevraagd advies te geven. Als er een nieuwe bondscoach wordt benoemd, zoals vorig jaar, steekt Weah niet onder stoelen of banken dat het een foute keus is. Weah is dan ook niet geliefd bij de  bonzen van de Liberiaanse bond. Toen hij enige tijd geleden bekend maakte wel aspiraties te hebben om voorzitter te worden, verschenen er op de officiële website van de bond artikelen die in duidelijke bewoordingen zijn capaciteiten om de bond te leiden in twijfel trokken. Om zijn verdienste als voetballer kan de bond natuurlijk niet heen. Op de website heeft hij een eigen pagina met als titel ‘Hail to the King, Hail to King George, true son of the Land’ met foto’s, zijn erelijst, een korte biografie van zijn voetbalcarrière (13 seizoenen bij Europese (top) clubs als AC Milan, PSG, Monaco en Chelsea) en een merkwaardig stukje tekst:
 The performance of Weah has confused many, and most believe that he found himself on the unfortunate side as far as football developing countries are concern. If this theory is true, then one might ask why Jesus come from Nazareth? The Jews believed that nothing good come from Nazareth, yet Jesus came from there. George Weah doesn’t find himself on the unfortunate side, the fact remains that stars are never born in palaces. The Unfortunate thing should be a question that all Liberians must ask themselves: Will Liberia ever produce another George Weah?’


Erelijst GeorgeWeah

Kampioen van Liberia 1987
Kampioen van Kameroen 1988
Kampioen van Frankrijk 1994
Franse beker 1991, 1993 en 1995
Franse League Cup winner 1995
Kampioen van Italië 1995 en 1999
English FA Cup 2000
Afrikaanse voetballer van het jaar 1989, 1994 en 1995
Europese voetballer van het jaar 1995
Wereld voetballer van het jaar 1995
Afrikaanse voetballer van de 20ste eeuw



Brazilië 2014

Vandaag (zondag 24 maart) zal Weah ongetwijfeld weer een ereplaats op de tribune hebben als Liberia tegen Uganda speelt om een plek te veroveren in de volgende Afrikaanse kwalificatieronde voor het WK 2014 in Brazilië. Ik weet nog niet of ik er heen ga. Vorig jaar zag ik het doelpuntloze Liberia-Angola. Tijdens de wedstrijd ontstond er vanaf buiten het stadium een run op de lage staantribune, er werd met stenen gegooid, mensen van de staantribune vluchtten naar de tribune waar ik zat, waardoor er een ketting-paniek reactie ontstond. En als je dan weet dat de uitgang zo smal is dat slechts één persoon tegelijk er door kan en dan ook nog met een draaihek…

Het huis van George Weah
Liberia is overigens vrij kansloos om die volgende ronde te halen. Het team staat laatste in groep J. Er zijn tien groepen. Alleen de nummers één komen in de volgende ronde. Hierin worden via een loting vijf koppels gevormd, die elk een thuis- en uitwedstrijd spelen. De vijf winnaars mogen afreizen naar Brazilië.
Kwalificatieweekend is het ook in Nederland. SuperSport zit in het TV-pakket dat ik met de buren deel. Tien sportzenders, waarvan er vijf vrijdag kwalificatiewedstrijden uitzonden, eerst Europese en daarna Zuid-Amerikaanse. Waaronder dus tot mijn verrassing Nederland-Estland. Kon ik eindelijk weer eens, weliswaar maar een half -en dan ook nog in dat lelijke oranjeshirt om nog maar te zwijgen van het stadion– Feyenoord zien spelen. Wat een fantastische ontwikkeling maakt de club door. En wat leuk om een Engelstalige commentator, met veel kennis van het Nederlandse voetbal, zo lovend over het vele talent van het contingent Feyenoorders te horen spreken. Het was de enige clubnaam die regelmatig in het verslag langskwam.

Henk Groot

Ik zie het er niet van komen dat een Nederlandse topvoetballer de politiek in gaat, zoals Weah in Liberia. De enige bekende voetballer die ik me kan herinneren is Henk Groot, die in de jaren ’60 zowel in Ajax als Feyenoord heeft gespeeld en 43 caps verzamelde. Vermaard om zijn sprongkracht en goed gemikte kopballen. Groot was bij de raadsverkiezingen in 1970 lijstduwer van Zaandijks Belang, een protestpartij tegen de samenvoeging van een aantal gemeenten tot Zaanstad. Tot zijn schrik werd hij met voorkeurstemmen gekozen, waarna hij het anderhalf jaar volhield als raadslid.

Henk Groot in een voor hem kenmerkende actie
Het is misschien maar beter ook, die scheiding tussen politiek en voetbal. Ik kan me nog goed een artikel herinneren uit mijn –helaas verdwenen- lijfblad De Feyenoordkrant voor de Kamerverkiezingen van 1998. De spelers werd gevraagd op welke partij ze zouden gaan stemmen. Onder de grootverdieners die de stembusgang konden opbrengen, was de VVD verreweg de populairste partij. Alleen trainer Beenhakker en de GKL (Grote Kale Leider), voorzitter Van der Herik, stemden op de PvdA van –toen- Wim Kok. Nee, dan vroeger, toen er nog voor een appel en een ei werd gevoetbald. Lezers van de vuistdikke biografie van clubicoon Coen Moulijn weten dat ze bij hem thuis het communistische dagblad De Waarheid lazen (ook al verdwenen). En Willem van Hanegem, dat andere icoon, had er als voetballer geen moeite mee zijn voorkeur voor Den Uyl kenbaar te maken.
De enige voetballer die het in Nederland tot premier had kunnen schoppen is Johan Cruyff. Vindt hij ongetwijfeld zelf. Maar dan had hij, net als George Weah, zijn eigen partij moeten oprichten. En daar is Cruijff –gelukkig- nooit aan begonnen.

zondag 17 maart 2013

Bruggen bouwen tussen maatschappij en parlement


Toen ik vorig jaar hier begon te werken voor het ‘Legislative Strengthening’ programma van NDI wist ik dat het programma zou eindigen begin 2013. De donor, USAID, had toen al besloten niet een nieuw programma met het parlement te willen en had zelfs geen behoefte aan een evaluatie van onze activiteiten. En er was nog geen ander programma voor NDI, dus het had zo maar gekund dat ik omstreeks deze tijd mijn koffers moest pakken om terug te keren naar Amsterdam. Op zich geen straf, maar toch niet wat ik wilde.
Maar het is gelukkig anders gelopen. In de loop van 2012 keerde USAID enigszins op zijn schreden terug en besloot ons programma toch te laten evalueren door een onafhankelijk, professioneel team. Dat team, bestaande uit een gepensioneerde ex-voorzitter van het Canadese parlement die al een aantal van dit soort evaluaties deed, een Amerikaanse ‘governance’-expert en een West-Afrikaanse evaluatie-wetenschapster, trok de afgelopen vier weken door Liberia en sprak met parlementariërs, ministers, allerhande belangengroepen, lokale bestuurders en internationale organisaties over het functioneren van het parlement en de rol van ons programma daar in. Het evaluatierapport is nog niet af, wel zijn we geïnformeerd over de hoofdlijnen en de conclusies, die zeer positief zijn ten aanzien van de prestaties die NDI heeft geleverd. Het is natuurlijk afwachten wat USAID met het rapport gaat doen.

Parlementsgebouw op Capitol Hill
De oester uit zijn biotoop

Intussen hoef ik echter niet op een houtje te bijten, want in februari zijn we begonnen met een nieuw programma, dat beoogt een brug te slaan tussen het parlement en ‘civil society organisations’ (CSO’s).  Dit programma, dat drie jaar duurt, wordt gefinancierd door Sida, het ontwikkelingsagentschap van de Zweedse regering. Zweden is naar mijn inschatting het Europese land dat het meest actief is in Liberia. Daarnaast financiert de Europese Unie veel projecten, vooral op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. Nederland is afwezig.
Het Sida-programma sluit natuurlijk mooi aan op het vorige. Wij hebben contacten met het parlement, kennen de do’s and don’ts en begrijpen de context en dynamiek van dit ‘most honorable institution’, zoals vele parlementariërs hun biotoop graag betitelen.
Het programma kent twee pijlers. Enerzijds heeft het een groot aantal activiteiten om de organisatie- en slagkracht van belangengroepen te vergroten, evenals hun kennis van het parlementaire reilen en zeilen en hoe effectief gebruik te maken van lobby, sociale media, expertise en de macht van het getal. De tweede pijler richt zich meer op het parlement. Hoe deze oester zich open kan stellen voor geluiden en expertise vanuit de samenleving.
De gedachte achter dit programma is wat (terecht) in ‘good-governance’ kringen wordt aangenomen, nl. dat parlement en regering beter gaan functioneren als er vanuit de maatschappij druk op hen wordt uitgeoefend om niet alleen effectief, integer en transparant te zijn, maar vooral ook om te presteren. Dat zij er niet voor zich zelf zijn, maar –in samenspraak met en betrokkenheid van CSO’s- een democratische, sociale en duurzame maatschappij moeten organiseren. Probeer maar eens in te denken hoe Nederland er nu uit zou zien als er geen vak-, vrouwen-, milieu-, migranten-, huurders-, vredes- en homobewegingen waren geweest. Een onaangename mix van SGP en PVV!

Bord voor het hoofdkantoor van het Liberiaanse Verbond van Vakverenigingen.
Met onderaan het motto: 'workers unity & strength for sustainable development'
  
Geworteld in de samenleving

Uiteraard heeft zo’n benadering alleen zin als de belangengroepen geworteld zijn in de samenleving. Want het van buiten af importeren is een middel dat niet werkt. Wat dat betreft ziet het er in Liberia wel goed uit. Uit een recent verschenen inventarisatie blijkt dat er ruim 1300 CSO’s zijn. Bijna alle smaken zitten ertussen. Veel ‘peace and reconciliation’, maar dat is logisch na zo’n verwoestende burgeroorlog. Maar ook boerengroepen, ‘water and sanitation’ , anti-corruptie en transparantie-eisende groepen. En natuurlijk het hierboven genoemde –Nederlandse- rijtje, behalve dan de laatste want homofobie voert hier nog steeds de boventoon.
Slechts een kleine 10% wordt gefinancierd, door de regering of internationale donoren. Over de kracht en kwaliteit van de CSO’s valt weinig te zeggen, maar aangenomen mag worden dat die sterk verschillen. Variërend van professionele organisaties met twintig mensen in dienst, tot pure vrijwilliggersclubs.
Om een scherper beeld te krijgen van de wensen, mogelijkheden en problemen die de belangengroepen hebben, is er de laatste drie weken een serie gesprekken gevoerd tussen NDI en een reeks van uiteenlopende CSO’s: van gehandicapten tot de vakbond en van motortaxi’s tot religieuze groepen. In Monrovia, maar ook upcountry in Gbarnga en Buchanan. Uit die gesprekken bleek dat er een grote behoefte is aan scholing en training. Dat men graag gehoord wil worden op Capitol Hill, maar tegelijkertijd niet goed weet hoe dat aan te pakken. Dat er door het districtenstelsel wel soms contact is met de parlementariër uit de regio, maar dat het vaak onduidelijk is wat deze met zijn beloften doet.
Ook hebben we met een aantal parlementariërs gesproken om hun ideeën en opvattingen te peilen over ons programma en de bijdragen die zij kunnen leveren aan die brug. Want ook vanaf die kant zal er gebouwd moeten worden – en gelukkig wordt dat begrepen door een aantal van hen.
De komende weken beginnen we met onze eerste activiteiten voor een select aantal belangengroepen: twee driedaagse ‘workshops’ over de werking van het parlement en hoe daarop invloed kan worden uitgeoefend. Eén voor beginners en één voor gevorderden. Met praktijkvoorbeelden uit binnen- en buitenland. Nederland zal niet ontbreken.

zaterdag 9 maart 2013

Vrouwen onder vuur op Internationale Vrouwendag

In mijn vorige weblog berichtte ik over de turbulente gebeurtenissen rond de burgemeester van Monrovia, Mary Broh, en de superintendent van Montserrado, Grace Kpaan. Beiden waren op bevel van het Huis van Afgevaardigden gearresteerd, omdat ze het onderzoek van het Huis dwarsboomden inzake vermeende verduistering van overheidsgelden door Kpaan. Na een dag werden ze op instigatie van een derde vrouw, de president van Liberia, Ellen Johnson Sirleaf, weer vrijgelaten. Volgende week dient de zaak voor het hooggerechtshof.
Deze week kreeg de kwestie een waardig vervolg. Beide dames dienden, in de week van de Internationale Vrouwendag, hun ontslag in. Uiteraard was alles van te voren door de drie vrouwen besproken wat de beste uitweg was uit deze penibele situatie. De president heeft er geen belang bij het parlement dwars te zitten. Haar relatie met het Huis is toch al niet al te best. In juni heeft ze de Honorables weer nodig om de staatsbegroting goedgekeurd te krijgen. Tegelijkertijd kan ze beide door haar benoemde vrouwen niet als een baksteen laten vallen. Wel maakte ze een subtiel onderscheid. In een reactie op het ontslag van Kpaan bedankte ze haar voor de bewezen diensten en wenste haar veel succes met haar toekomstige inspanningen. 

(Foto: FrontPage Africa)
Het ontslag van Broh, de burgemeester van Monrovia, beroerde haar meer. Zij roemde haar dynamiek, integriteit en toewijding. Volgens de president laat ze onuitwisbare sporen in de hoofdstad na met haar uitzonderlijke optredens, zoals het opleuken van het centrum (door het slopen van krotten en het wegjagen van straathandelaren, LP) en het ommuren van een begraafplaats. Om haar de volgende dag te benoemen tot directeur van het ‘Project Implementation Unit of the Omega Village Project’. Vraag me niet wat dat is, maar ongetwijfeld zal Broh zich ook hier laten kennen als een olifant die door de porseleinkast wandelt, wat overigens niet altijd een negatieve eigenschap is.
Een dag na het aanvaarde ontslag kwam een vierde vrouw in de publiciteit  De ambassadeur van de VS, Deborah Malac, betitelde in een verklaring het ontslag van Broh als 'ongelukkig'. Zij noemde Broh een onvermoeibare ‘agent of change’ en benadrukte dat een levendig debat een belangrijke rol speelt in een effectieve democratie en verschillen van inzicht overbrugd moeten worden door verantwoord overleg.

Tegen het zere been

Het hoeft geen betoog dat de verklaring van de Amerikaanse ambassadeur tegen het zere been was van het Huis. Vooral, omdat ze een punt had. De reactie van het Huis om beiden dertig (!) dagen gevangen te willen zetten, was wel een heel vrije interpretatie van het grondwetsartikel dat het parlement passende maatregelen mag nemen als het in de uitvoering van zijn taak wordt tegengewerkt. De voorzitter van het Huis was ‘teleurgesteld’ over de verklaring van de ambassadeur. Anderen reageerden minder omfloerst, zoals het militante kamerlid Acarous Gray, die een tijd geleden in een guerillacostuum op een persconferentie verscheen om zijn argumenten kracht bij te zetten. Hij beweerde dat het onacceptabel is een individu te steunen in een land dat nog steeds bezig is zijn instituties en infrastructuur weer op te bouwen. 

Parlementariër Acarous Gray tijdens een persconferentie
Een ander kamerlid, Tingban, vond de reactie van de ambassadeur indruisen tegen de positie van de VS in de wereld: een kampioen van democratie en tolerantie. Een derde kamerlid, zoals geciteerd in de Daily Observer, voorzitter van de Buitenlandse Zaken commissie Fahnbulleh, meende dat de ambassadeur op persoonlijke titel had gesproken en niet namens de Amerikaanse regering. Volgende week debatteert het Huis over deze kwestie, het is de vraag of betere argumenten dan de hiervoor genoemde over tafel zullen gaan.

‘Slept with or loved’

Maar er kwamen nog meer vrouwen in het nieuws. Gisteren, Internationale Vrouwendag, kopte de New Democrat met chocoladeletters op de voorpagina ‘Ex-Police Chief Convicted’. Het betreft Beatrice Brown, die ervan beschuldigd wordt $199.000 verduisterd te hebben, geld dat bedoeld was om uniformen aan te schaffen. Zij werd door een unanieme jury schuldig bevonden. Toen advocaten van Brown ontdekten dat de jury gerommeld had met de stembiljetten, verordonneerde de rechter dat de vijftien juryleden gedurende het onderzoek maar vastgezet moesten worden. In haar verweer probeerde Brown de voorzitter van de Anti-Corrupte Commissie, Frances Allison, in haar val mee te sleuren. Zij beschuldigde Allison, een dame op leeftijd en tamelijk gezet (excuses, dit zegt natuurlijk niets), ‘slept with or loved’ met de vader van Brown’s dochter. Allison ontkende dit in alle toonaarden en zag het als een teken van de wanhoop waarin Brown verkeerde. Kortom, never a dull moment in Liberia!

Beatrice Brown (foto: New Democrat)

‘Working holiday’

Internationale Vrouwendag was in Liberia een ‘working holiday’, een tamelijk bizarre formulering die er van uit gaat dat er wel wordt gewerkt, maar ook nagedacht over de positie van vrouwen. Behalve een enkel programma op de radio en krantenartikelen van John Kerry (‘Why women are central to US Foreign Policy’)  en EU-Commissaris Ashton (die de EU-acties tegen het geweld tegen vrouwen toelichtte) was er weinig van te merken. Het thema ligt voor het oprapen: zijn de recente acties tegen vrouwen een oprechte strijd tegen corruptie en fraude of is het een reactie van mannen-op-posities die het vrouwvriendelijke benoemingsbeleid van de president zat zijn? Het is op zijn minst opvallend dat de vele corruptiegevallen die elke week in de media opduiken, en tot voor kort altijd mannen betroffen, praktisch nooit tot een zaak leiden. Of dat ook geldt voor de parlementariër  Edwin Forh, die met Kpaan onder een hoedje zou hebben gespeeld (zie mijn blog van vorige week), is afwachten. Het Huis stelde een commissie in die zijn zaak moet onderzoeken. Een wat meer beheerste reactie dan hem op te sluiten, al zeggen cynici dat de tijd die dit onderzoek in beslag neemt, de kwestie zal neutraliseren.

Mensen zoeken naar hun eigendommen tussen de
resten van hun gesloopte huizen (foto: FrontPage Africa)
In het centrum van Monrovia leidde het vertrek van burgemeester Broh op de ‘working holiday’ tot nieuwe bouwactiviteiten. Op de open-gesloopte plekken werden met golfplaat en sloophout winkeltjes opgetrokken en de straathandelaren namen weer bezit van de stoepen. Tegelijkertijd demonstreerde een groep jongeren voor de terugkeer van Broh onder het motto ‘No Mary Broh, no clean city’, want Broh bestreed ook energiek de vuilnishopen die de stad teisterden. De sporen van het vertrek van Broh zullen nog lang zichtbaar blijven...  

zondag 3 maart 2013

Huis van Schande

Clash of Powers’, ‘House of Shame?’, ‘The Joker’: de kranten konden er deze week geen genoeg van krijgen: de gevangenneming (op bevel van het Huis van Afgevaardigden!) van de superintendent van Montserrado, het verzet hiertegen door de burgemeester van Monrovia, die met de gemeentepolitie dit probeerde te verijdelen, en het parlementslid dat graag mee wil eten uit de staatsruif. Het is een soap van vanjewelste, exemplarisch -zij het gelukkig niet alledaags- voor de politiek in Liberia en een risico voor de toch al geringe stabiliteit  en de geloofwaardigheid van de Honorables.



Clash of Powers

Een korte samenvatting van het voorafgaande. De superintendent van county Montserrado ligt al enige tijd onder vuur vanwege vermeende verduistering van overheidsgelden. Montserrado is een van de 15 provincies van Liberia, de hoofdstad Monrovia ligt erin. Het is dus de provincie waar het meeste geld omgaat, de meeste mensen wonen en in bijna alles het centrum van het land is. De superintendent is de door de president aangestelde baas van de provincie, in dit geval een bazin, Grace Kpaan. Zo’n county heeft geen gekozen bestuur, maar wel een budget om met name de sociale ontwikkeling te stimuleren, het county development fund. De politieke controle wordt uitgeoefend door de parlementaire caucus, dat is de groep parlementariërs van Senaat en Huis, die Montserrado vertegenwoordigen. Anders dan wij gewend zijn, kent het parlement nauwelijks functionerende politieke fracties, maar vooral actieve county caucuses die alle het parool hebben: ‘eigen county eerst’. En de parlementariërs zitten er bovenop, als bokken op de haverkist. Wie het meest afschrikkende voorbeeld van het districtenstelsel wil zien, kan hier terecht.


House of Shame?

Sinds enkele maanden ligt de caucus van Montserrado overhoop met superintendent Kpaan. Zij kan niet aantonen aan de caucus van Montserrado wat er met $400.000 aan overheidsgeld is gebeurd. Al enkele keren werd ze op instigatie van de caucus naar het Huis geroepen om in een hoorzitting verantwoording hierover af te leggen. Vooral de voorzitter van de caucus, Honorable Edward Forh, speelde hierin een actieve rol. Ze had allerlei redeneringen, maar geen harde bewijzen. In het Huis groeide de opvatting dat ze het in eigen zak zou hebben gestoken. Omdat ze er niet in slaagde het tegendeel te bewijzen besloot het Huis haar vast te zetten. De ‘sergeant at arms’, een soort militair die altijd bij parlementsvergaderingen aanwezig is, werd opgedragen dit besluit uit te voeren. Had de man eindelijk ook eens wat te doen. Het klinkt absurd in de Nederlandse oren, maar in de grondwet is een bepaling opgenomen dat het Huis maatregelen kan treffen als het wordt gedwarsboomd in het uitoefenen van zijn functie. De sergeant toog met enkele assistenten naar Kpaan om haar te arresteren. Deze had inmiddels lucht van de zaak gekregen en haar vriendin, de zeer daadkrachtige burgemeester van Monrovia, Mary Broh, gewaarschuwd. Deze 

Mary Broh (in groen t-shirt), rechts van haar Grace Kpaan 
powerwoman kwam met een peloton gemeentepolitie opdraven om de uitvoering van het besluit van het Huis te verijdelen. Een tweede obstructie dus, waar het Huis consequent op reageerde: ook de burgemeester moest het cachot van binnen uit gaan verkennen: dertig dagen kregen beide opgelegd. De dames hadden op bescherming van de president, Ellen Sirleaf Johnson, gerekend die hen had benoemd, zoals ze op veel plekken vrouwen uit haar netwerk heeft benoemd. Bij eerdere incidenten met burgemeester Broh had ze haar de hand boven het hoofd gehouden. Maar deze keer gaf de president niet meteen thuis, althans ze verordonneerde aanvankelijk dat het besluit van het Huis gerespecteerd moest worden. De president, die ook regelmatig met het Huis overhoop ligt, had blijkbaar deze keer geen zin om tegen de  haren in te strijken. De begroting komt er weer aan en ze heeft de steun van het onwillige Huis hiervoor nodig. Bovendien is er in het Huis een wetsvoorstel door twee oppositionele parlementsleden ingediend om haar af te zetten vanwege nepotisme (ze heeft drie zoons op hoge functies benoemd) en is ze er niet op uit om steun aan dit wetsvoorstel te genereren.
Het besluit van het Huis kreeg overigens, zoals te verwachten, onmiddellijk veel kritiek. Met name het feit dat de grondwet ook spreekt over een beroep dat het slachtoffer moet kunnen instellen –waar het Huis geen aandacht aan heeft besteed- is voor velen reden om de actie van het heetgebakerde Huis af te keuren. En uiteraard hebben beide dames meteen advocaten in de arm genomen om het besluit van het Huis te wraken. Blijkbaar voelde de minister van justitie ook nattigheid, want deze schreef snel een brief, ongetwijfeld op verzoek van de president, waarin hij de vrijlating gelastte van Kpaan en Broh en alle betrokkenen beveelt op 9 maart voor het Honorable Supreme Court te verschijnen.


The Joker

Wellicht dat alles met een sisser zou zijn afgelopen, als de zaak niet een ongelofelijke wending zou hebben gekregen. En daar slaat de in het begin van dit blog geciteerde krantenkop ‘The Joker’ op. Daags na de arrestatie van superintendent Kpaan kwam ze met een geluidsband op de proppen van een telefoongesprek tussen haar en, zou je denken, haar grote vijand Edward Forh, gerespecteerd parlementariër en voorzitter van de caucus van Montserrado. De man die haar zo dwars heeft gezeten. Op het bandje, dat ongeveer iedere dag op elk radiostation wordt uitgezonden, is te horen hoe ze het over die zoekgeraakte $400.000 dollar hebben en Forh haar voorstelt het bedrag te verdelen: ‘You eat some, I eat some and the Minister eat some’. In het gesprek stelt hij Kpaan voor om verschillende projecten met $50.000 te verhogen, om zo de $400.000 te verantwoorden. Op haar vraag hoe hij dat formeel denkt te regelen, antwoordt Forh dat hij inderdaad ‘through the procedure’ moet. En als ze bezorgd vraagt hoe zijn collega’s hier op zullen reageren zegt hij dat hij ze onwetend zal houden: ‘when it comes down to the paperwork we will know what to do to do the paperwork’. En als uitsmijter ‘we made the law for us, when we reach to the law, we will pick up the law and pass it. We ain’t make the law for somebody to ride on’.


Toen het bandje voor het eerst werd uitgezonden was Forh in de Verenigde Staten. Uiteraard werd Forh de door de media meest gezochte man van Liberia. Zijn reactie op het ‘eat some’ zinnetje dat ze hem lieten horen was dat het een grap was. The Joker. Hoe kan hij nu voorstellen, zo luidde zijn verweer, om $400.000 te verdelen die er niet zijn? Daarbij gemakshalve vergetend dat hij daarmee Kpaan wekenlang heeft achtervolgd. Als hij de rest van het bandje hoort, en dat zal inmiddels wel gebeurd zijn, komt hij met die grap niet meer weg. En Kpaan heeft uiteraard ook wat uit te leggen.
Inmiddels heeft het Huis een commissie ingesteld die de zaak Forh gaat onderzoeken. De Honorables zijn verdeeld. Een deel vindt het inderdaad een, weliswaar mislukte, grap. Maar anderen zijn veel minder geneigd om hun collega in bescherming te nemen. Vanuit de Senaat, die in dit gebeuren niet is betrokken, wordt veel kritischer gereageerd. En de minister, die volgens Forh ook wel zou mee willen eten? Hij doelde op de minister van Binnenlandse Zaken, Nelson, die ook toezicht houdt op het county development fund. Toen deze op de radio om een reactie werd gevraagd, hoorde ik hem zeggen ‘ik ben de eerlijkste politicus van Liberia’. Waarvan acte.

(De foto's zijn afkomstig van de website van het dagblad FrontPage, www.frontpageafricaonline.com)