woensdag 16 september 2015

Liberia verdrinkt in het Zwarte Goud

De National Oil Company of Liberia (NOCAL) is failliet. Er is geen geld meer in kas, hoewel er verleden jaar, volgens bronnen die het weten kunnen, nog 30 miljoen dollar op de bankrekening stond. NOCAL is een fenomeen in Liberia dat voortdurend in opspraak is. Ze is een paar jaar geleden opgericht toen er voor de kust van Liberia olievelden werden gevonden. Vanaf dat moment verkeert de elite van Liberia in een roes en worden de blikken wazig vanwege de vele dollartekens in de ogen. De NOCAL werd opgetuigd en er werden concessies voor eerste, nadere onderzoeken verleend aan de big boys van de olie-industrie zoals Chevron en Exxon. Daarmee werden enkele tientallen miljoenen dollars binnen gehaald. Daartegenover stond op  de staatbegrotingen van de laatste jaren een fors bedrag om de salarissen, auto’s en kantoren van de NOCAL te bekostigen, terwijl er nog geen druppel olie was geboord. Twee jaar geleden benoemde de president haar zoon Robert tot hoogste baas van de NOCAL. Harde kritiek van vele kanten viel haar ten deel, ze verdedigde zich met het argument dat ze haar zoon kon vertrouwen en formuleerde een eigen definitie van nepotisme: als je zoon bekwaam is mag je hem in een hoge overheidsfunctie benoemen. Er kwam een laag van directeuren, toezichthouders en managers tot wasdom. Experts vanuit het buitenland werden ingevlogen om te vertellen hoe uiteenlopende landen als Noorwegen, Azerbaijan en de VS met hun olierijkdom om sprongen.


 Wakkere parlementariërs

Intussen waren de parlementariërs ook wakker geschud en begonnen hun rol als wetgever op te eisen. Sommigen verwarden hun rol als volksvertegenwoordiger met die van oliemannetje. Zo beijverde een van de parlementariërs zich om het Russische Gazprom mee te laten spelen in de dans rond de olievelden, en wist een ontmoeting tussen Russen en de president, Ellen Johnson Sirleaf  te arrangeren. Volgens krantenberichten leidde dat echter tot niets, niet voor de Russen en, laten we dat goedgemutst aannemen, ook niet voor de parlementariër. Wat naar verluid wel geld voor parlementariërs opleverde was het aannemen van twee wetten die a) het verlenen van concessies aan oliebedrijven om voor de kust olievelden te exploiteren regelde en b) de structuur en werkwijze van  NOCAL vastlegde. 
Graphic uit FrontPageAfrica
 Het is alom bekend, maar nooit bewezen, dat de president regelmatig stemmen koopt van parlementariërs om een wetsvoorstel er door te krijgen. Het geldende tarief schijnt 15.000 dollar per stem te zijn. De NOCAL stelde ook 900.000 dollar aan het Huis van Afgevaardigden beschikbaar om eind 2014 in het land hoorzittingen te organiseren over beide genoemde wetsontwerpen. Dit onder het mom van het horen van de bevolking over dit zo belangrijke onderwerp. Dank zij de olie zou Liberia immers opstomen naar de divisie van ‘middeninkomen’ landen, waar het nu nog in de groep van armste vijf landen ter wereld vertoeft. Uiteraard werd deze ‘gift’ van 900.000 dollar zwaar bekritiseerd in kranten en door allerlei burgergroepen. Maar de parlementariërs aanvaardden het in dank met de redenering ‘nu gaan we doen wat al zo lang van ons wordt verlangd: we gaan naar de mensen luisteren’. Nadat er enkele hoorzittingen waren georganiseerd, ontstond er tussen de ‘honorables’ veel trammelant over de besteding van de gelden. De beschuldigingen dat er geld in eigen zakken was gestoken, vlogen over de vergadertafels. De ondervoorzitter van het Huis van Afgevaardigden werd gevraagd een rapport op te stellen. Bij de behandeling van dit rapport in een plenaire vergadering eisten enkele Kamerleden het vertrek van de voorzitter, die laakbaar zou hebben gehandeld. Dit leidde tot handgemeen en een chaos die door een camera werd vastgelegd; de video van dit schaamteloos optreden is hier (korte versie van 5 minuten) op YouTube te zien. (Klik hier voor 47 minuten Rebellion at the House of Reps.)
En dat was het dan; de kwestie is, zoals gebruikelijk in Liberia, nooit afgerond.

Robert Sirleaf
Moeder en zoon Sirleaf

Dat speelde zich allemaal ruim een half jaar geleden af. Er gingen toen ook al geruchten de ronde (Liberia is rijker aan geruchten dan aan olie) dat NOCAL op zwart zaad zou zitten. Dat werd uiteraard ontkend, maar toen in juli/augustus het personeel niet meer uitbetaald kon worden, viel het doek. Niet voor de eerste keer waren het actieve studentengroepen die openheid eisten. Zij eisten van president Johnson Sirleaf dat de directeuren en het topmanagement gearresteerd en ondervraagd zouden worden, inclusief haar zoon Robert. Deze had  verleden jaar zijn positie bij de NOCAL opgegeven, omdat hij kandidaat was voor de vrijkomende Senaatszetel in Montserrado, de dichtstbevolkte provincie van Liberia. Bij de Senaatsverkiezingen, in december 2014, werd hij verpletterend verslagen door oud-voetballer George Weah, de leider van de oppositionele Congress for Democratic Change. Achteraf beschouwd was dit een vlucht naar voren, en praktisch iedereen in Liberia, uitgezonderd zijn moeder, hoopt dat deze Robert de dans niet zal ontspringen. (De president luidde haar zoon bij NOCAL uit met de woorden ‘missie volbracht’, wat achteraf een bijzondere betekenis heeft gekregen.) Zo wisten de studentengroepen te vertellen dat de $700.000 die Robert had uitgetrokken om een voetbalteam te sponsoren, als een onderdeel van zijn verkiezingscampagne, uit de kas van NOCAL was gehaald.
Ook werd van de president geëist dat de Liberiaanse rekenkamer een onderzoek gaat instellen naar het (financiële) beleid van de NOCAL.

Actie plan

De president heeft gereageerd op de NOCAL-crisis met het voorstel om een Sustainable Action Plan (duurzaamheid is ook in Liberia een containerbegrip) op te stellen dat moet leiden tot een beheersing van de kosten en een aanzienlijke vermindering van het aantal functies aan de top van het bedrijf. De overblijvende top van het bedrijf zou op 50% van de tot dan geldende salarissen worden gezet en verplicht worden om daarover belasting te betalen. So far so good, maar haar mededeling dat de vertrekkende topman zijn  pensioen en wachtgeldregeling zou behouden, leidde uiteraard tot bergen van kritiek. De financiële teloorgang van NOCAL weet zij aan een ernstige terugval van inkomsten uit verlening van vergunningen aan oliemaatschappijen om voorbereidend onderzoek te doen. Die vergunningen waren in de jaren ervoor wel verleend, en hadden ook geld in het laatje gebracht, maar blijkbaar hadden de rekenmeesters van de Liberiaanse overheid gedacht dat deze incidentele inkomsten structureel elk jaar binnen zouden komen…

Verantwoordelijk

De oud-directeur van de Rekenkamer, John Morlu, onthulde in The News van 27 augustus dat hij na de eerste audit van de NOCAL, een paar jaar geleden, de president al had gewaarschuwd dat corruptie en wanbeleid bij de NOCAL aan de orde van de dag waren en dat op onregelmatige wijze oliecontracten werden gesloten. De president had dit echter weggewuifd met de opmerking dat de NOCAL te belangrijk was voor de economische ontwikkeling van het land om zich daar druk over te maken. Volgens Morlu zijn moeder en zoon Sirleaf verantwoordelijk voor het failliet van NOCAL en moet Robert maar eens uitleggen waar die 30 miljoen dollar zijn gebleven die ooit op de bankrekening stonden.
Ook andere gezaghebbende figuren, zoals oud-minister Kofi Woods, die in het voorjaar nog op uitnodiging van het Nederlandse parlement in Den Haag met een Kamercommissie over de Ebola-crisis heeft gesproken, meende dat de president volledig verantwoordelijk is voor het echec.
Inmiddels is de president aan het schuiven. Ze heeft nu, volgens de New Democrat van 9 september, de verantwoordelijkheid op zich genomen van het financiële drama. Fijntjes voegt de krant daar aan toe dat de president ‘and her family’ betrokken zijn bij ‘shifty oil negotiations’, dat een vorige topbestuurder van NOCAL onder ede heeft verklaard dat de president de stemmen van parlementariërs heeft gekocht en geweigerd heeft de ‘bribed tainted petroleum sharing contracts’ te ontbinden. De regering kondigde bovendien een ‘intern onderzoek’ aan, en meldde daarbij stoer dat de verantwoordelijken voor het financiële wanbeleid vervolgd zullen worden. Dat deze ferme uitspraak wat op gespannen voet staat  met de boetedoening van de president is een conclusie die je niet moet trekken. Voor de bühne meldt de president zich aan als eerst verantwoordelijke, maar anderen zullen hangen.

Graphic uit FrontPageAfrica
Senaat onderzoekt

En het parlement? Het Huis van Afgevaardigden houdt  zich tot nu toe tamelijk rustig. Normaliter zou er een stevig debat over het falen van de president worden gevoerd, onderzoeken en het rollen van koppen worden geëist. Maar niets van dat al. Wat het House  betreft is dat niet zo verwonderlijk, gezien het hierboven beschreven akkefietje met de ‘inspraak-gelden’. En de beschuldigingen dat er een aantal ‘geachte afgevaardigden’ meegegeten hebben uit de ooit zo rijk gevulde NOCAL-ruif.
Een senaatscommissie heeft wel een rapport over de kwestie afgeleverd, waarin, weliswaar als mosterd na de maaltijd, de staf wordt gebroken over de brede en dik verdienende toplaag van NOCAL. Aangedrongen wordt in dat rapport op een diepgaander onderzoek, wat dus inmiddels de president heeft aangekondigd.

Bij die hele NOCAL-kwestie moet ik vaak denken aan de verzuchting van een Kenyaanse collega een paar jaar gelden toen de eerste olieproefboringen gunstig uitpakten. ‘Hopelijk wordt het niets. De winning van olie leidt alleen maar tot corruptie en andere ellende.’

Geen opmerkingen: